InterClassics Maastricht
InterClassics Maastricht
“Spraakmakende internationale oldtimerbeurs”
Tekst en foto’s: Rob Strating
De 29e editie van InterClassics Maastricht was dit jaar grensverleggend in bezoekersaantal én kwaliteit meldt de organisatie.
Maar liefst 35.408 kopers en liefhebbers hebben van 11 tot en met 14 januari de 29e Classic Car Show van InterClassics bezocht. Opnieuw wist de Maastrichtse klassiekerbeurs in het MEC meer bezoekers te trekken dan de voorgaande editie.
Meer dan 300 classic car dealers presenteerden automobielen die zelden voor de buitenwereld te zien waren. De vele bordjes ‘sold’ waren het bewijs dat de beurs ook voor veel autokopers uit de Benelux en Duitsland een succes was. Intussen is de beurs uitgegroeid tot een van de meest vooraanstaande oldtimerbeurzen in Europa.
AutoZeeland was weer van de partij!
Ik sprak Nico Aaldering van The Gallery in Brummen. Hij vertelt: “InterClassics kan zich meten met internationale beurzen zoals Parijs en Essen.
Een mooie diversiteit, erg druk en veel reuring. Daarnaast zijn de hallen mooi aangekleed en is de kwaliteit van de auto’s zienderogen omhoog gegaan. Je ziet dat er een verandering heeft plaatsgevonden. Je kunt hier gewoon niet wegblijven!”
Ook kwam ik op de beursvloer onverwacht Paolo Spalluto tegen, de Zwitserse organisator van Passiona Engadina en Passione Carraciola, oldtimerevenementen waar ik reportages van heb gemaakt. Hij zei over de InterClassics: “Ik ben hier voor het eerst, maar ik ben diep onder de indruk van de organisatie en de bijzondere automobielen die hier staan, wat een prachtig evenement!”
Marc Wegh, directeur van Porsche Centrum Gelderland was enthousiast: “Het is dé beurs voor Nederland en omtrekkende landen zoals Duitsland, België en Luxemburg, daar moet je gewoon bij zijn. Voor ons is het super geslaagd en ‘the place to be.’ De score heeft er voor gezorgd dat we volgend jaar weer terugkomen!”
Het is natuurlijk onmogelijk om alle auto’s te bespreken, ik heb echter een selectie gemaakt van bijzondere exemplaren.
- Pegaso Z-102 1955
Tussen 1951 en 1958 ontstonden er bij de Empresa Nacional de Autocamiones SA in Barcelona (de voormalige Hispano Suizafabriek) een handvol super sportwagens. De geestelijke vader van deze bijzondere sportwagens was Don Alfredo Ricart, de aartsvijand van Enzo Ferrari.. Hij had nl. voor de oolog samen met Enzo bij Alfa Romeo gewerkt, maar ze kregen ruzie.
De Z-102 was de eerste versie die Pegaso uitbracht. De motor was niet veel minder dan een Grand Prix-motor: een V8 met vier bovenliggende nokkenassen. De vijfversnellingsbak was achter het differentieel gemonteerd om een betere gewichtsverdeling te verkrijgen. De fabriek leverde fraaie coupés, maar enkele carrosseriebouwers stortten zich op de Spaanse volbloed, waaronder deze series II van Touring Superleggera, een aluminium koetswerk.
- BMW 3200 CS 1961
Deze schitterende coupé, een ontwerp van Giorgetto Giugiaro die toentertijd bij de beroemde Italiaanse carrossier Nuccio Bertone werkte, was als oplvolger van de BMW 503 bedoeld. In grote aantallen kon men deze wagen natuurlijk niet verkopen, want daarvoor was de prijs te hoog. In 4 jaar tijds werden er slechts 587 exemplaren verkocht, maar daarvoor was de gelukkige eigenaar gegarandeerd van exclusiviteit. De zogenaamde ‘Hofmeister-Knick’in de C-stijl is een uitvinding van een voormalige BMW-designer Wilhelm Hofmeister. Giugiaro heeft hem prominent toegepast.
De carrosserie werd in Turijn geproduceerd en hij bezat een 3200 cc grote V8 met 160 pk. CS staat voor Coupé Sport.
- Volvo P1900 1956-1957
Volvo stond bekend om zijn solide personenwagens. Toen het Zweedse merk in 1955 op de Brusselse autosalon met een sportwagen verschenen, was dat om meer dan één reden een verrassing. De P1900 was gebouwd op een buizenchassis en uitgerust met de nieuwe B14A-motor uit de P444 met een vermogen van 70 pk.. Dat de carrosserie van kunststof was gemaakt in samenwerking met de Amerikaanse glasfiberpionier Glasspar, was ook opzienbarend. Een minder prettige verrassing was de slechte kwaliteit van de body en daarmee niet Volvo-waardig. De auto’s werden pas begin 1956 bij de dealers afgeleverd. Ook deze auto op de beurs is exclusief, want er zijn er maar 67 van gemaakt. Op 21 mei 1957 stopte Volvo met dit.avontuur.
- Fiat 1900 B Granluce 1952-1958
Het paradepaardje van de Fiatstal was in 1952 de 1900. Het model was gebaseerd op de 1400, maar had een 1901 cc viercilinder motor met 80 pk.4300 toeren/p.m.
Hij werd onmiddellijk de lieveling van vele carrossiers, maar deze originele Fiat met veel chroom in two-tone blauw en crème-wit is natuurlijk een plaatje van een auto. De zijruiten werden naar beneden gedraaid en er ontstond een ranke coupé.
De versnellingspook van de vijfbak (een unicum in die tijd) zat aan de stuurkolom en hij bezat een hydraulisch bediende koppeling, de allereerste stappen van Fiat richting een automaat.
- Packard 840 Convertible Coupé 1931
Het Amerikanse merk Packard kon zich zonder meer meten met bijvoorbeeld concurrenten als Cadillac en Lincoln. De auto’s hadden een bijzonder goede kwaliteit, mar waren in verhouding vreselijk duur. Goedkope modellen heeft Packard nooit verkocht.
In de meeste gevallen waren ze hun tijd ver vooruit.
De klant kon kiezen uit verschillende carrosserieën. Op de foto een Convertible Coupé ( de Engelsen noemden zo’n model Drop Head Coupé) met een achtcilinder-in-line-motor, met een prijs van $ 5.950,- was dit model de duurste Packard in 1931.
Dit fantastisch mooie beeldje op de radiateur sierde elke Packard voor de oorlog.
- Alfa Romeo 6C2500 1947
Alfa Romeo bouwde in Italië tijdens de Tweede Wereldoorlog militaire viertuigen en vliegtuigmotoren. Vandaar dat de fabriek in het Milanese stadsdeel Portello diverse malen het doelwit is geweest van Amerikaanse luchtaanvallen. Ondanks dat kwam Alfa in 1947 al met een nieuwe auto op de markt.
Het was de 6C2500 ‘Freccia d’Oro’, de gouden pijl.
Het was een vijfpersoons coupé (3 van voren, twee van achter) met een 2,5 liter zescilinder motor met twee bovenliggende nokkenassen. De wagen had een topsnelheid van 160 km/h. Hij lijkt sprekend op het laatste vooroorlogse model van de fabriek, maar heeft nu een zelfdragende carrosserie.
Hij werd op de beurs door de Gallery uit Brummen aangeboden.
- Lancia Aurelia B24 Spider 1955-1958
In 1955 lanceerde Lancia een tweezits cabriolet die in Italië Spider heet. Hij baseerde op het platform van de Arelia B20 Coupé en had een carrosserie van Pininfarina.
De vloeiende lijnen met de aflopende achterzijde en de spectaculair gebogen panoramische voorruit waren stilistische kenmerken van Italiaanse speedboten, zoals de beroemde Riva.
Prijstechnisch concurreerde deze Lancia met veel sterkere sportwagens als Ferrari en Maserati. Daar komt nog bij dat een groot deel van de productie onderweg naar de USA in 1956 op de bodem van de Atlantische oceaan verdween na de scheepsramp met de Andrea Doria. Sommige prijzen komen vandaag-de-dag al boven het miljoen uit…
- Talbot T26 Lago Record 1946
Het Franse merk Talbot is in het verleden vaak in één adem genoemd met Delahaye, Delage, Hotchkiss en Bugatti. Talbots waren dure en luxueuze sportwagens. Na de oorlog kwam het merk in Frankrijk terug onder de naam Talbot Lago, genoemd naar de Engelse majoor Anthony Lago die sinds 1935 de scepter zwaaide. Onder zijn machtige motorkap draait een 4,5 liter zescilinder met 170 pk. Hij haalt op het gemak een top van 170 km/u.
Dat het merk ook racetalent had, bleek uit het feit dat de 24-uursrace van Le Mans in 1950 werd gewonnen door de gebroeders Rosier met een Talbot. Ook de tweede plaats was voor het fameuze merk.
- Maserati Ghibli 1966-1973
In de hoedanigheid als chef-designer bij Carrozzeria Ghia tekende Giorgetto Giugiaro de Maserati Ghibli. Hij stak niet onder stoelen of banken dat dit zijn mooiste ontwerp was. Mooi is deze auto nog steeds, zowel als coupé als de cabriolet. De starre as was eigenlijk wel een beetje ouderwets.
Hij kwam uit met een 4719 cc grote V8 met 310 pk, maar in 1970 groeide de V8 naar bijna 5 liter met 355 pk. Schoonheid bepaalt vaak de waarde, want de Ghibli is pittig geprijsd.
- Opel Rekord Sprint Coupé (C-Rekord)
De derde oplage van de middenklasse van Opel was een enorm succes. Hij kwam in 1966 uit als twee-en vierdeurs, al coupé en als combi (CarAvan). De C-Rekord bleef ruim 4,5 jaar zonder veel modificaties in het programma. Bij de nieuwe motoren die eind 1965 werden voorgesteld, paste naadloos representatieve nieuwe carrosserie. Vooral de ‘Hüftschwung’, zoals de Duitsers de geprononceerde heuplijn noemden, was spraakmakend. Bij de slanke en vloeiende coupé ontbrak de B-stijl en wanneer de zijruiten open waren ontstond er een beauty van een auto.
De Sprint had een 1.9 liter viercilinder met 106 pk, schijfremmen vóór en schroefveren achter.
11.Singer 9 Sports Coupé 1934
Nadat de Singer 9 in 1933 in Le Mans op de dertiende plaats was geëindigd, werd het model Singer Le Mans genoemd. Na 1935 werden alle Singer modellen van bovenliggende nokkenassen voorzien.
Deze bijzondere coupé was op de beurs een absolute publiekstrekker, kijk eens naar dat schitterende dashboard met prachtige Jaeger klokken. Als ik deze instrumenten vergelijk met wat er ons bij moderne wordt voorgeschoteld, was de autowereld in 1934 nog helemaal in orde!
InterClassics presenteert 120 jaar Ford Performance
Deze editie kijkt terug op de 120-jarige historie van Ford waarbij de race-‘pedigree’ van het Amerikaanse merk centraal staat.
Henry Ford zei immers: “Auto racing began five minutes after the second car was built!”
Ford was sinds de beginjaren actief én succesvol in vrijwel iedere vorm van autosport, van rally tot formule 1 en van Endurance tot NASCAR.
De auto’s op de beurs zijn afkomstig uit allerlei musea, privé, - en fabriekscollecties van Ford Europe.
Om dit thema eer aan te doen, presenteerde de organisatie een 28-tal Fords uit alle decennia van het roemruchte merk, van 1896 tot heden.
De allereerste auto die Henry Ford aan de wereld toonde was de Quadricycle, op de beurs stond een replica. Andere hoogtepunten zijn twee uitmonsteringen van de Ford Capri: de vuurspuwende Turbo Zakspeed en de oppermachtige 3200 RS
Ook de diverse versies van de Cortina Lotus, de Escorts, de Mustangs, de GT 40 en de Formule 1 auto’s mochten niet ontbreken.