InterClassics verbreekt bezoekersrecord tijdens Classic Car Show Maastricht en Auto Zeeland was er bij!

Tekst + foto’s: Rob Strating

Maar liefst 35.333 kopers en liefhebbers hebben tijdens de vier dagen van de 28^e Classic Car Show van InterClassics in januari in Maastricht bezocht.
Het is de beste editie ooit voor de oldtimerbeurs, welke inmiddels is uitgegroeid tot een van de meest vooraanstaande oldtimerbeurzen van Europa. Speciale aandacht ging uit naar de Formule 1 historie van het Circuit van Zandvoort. Daarnaast genoten de vele bezoekers van de 1.000 blinkende oldtimers, youngtimers en supercars.

De organisatie kijkt terug op een zeer geslaagd weekend. Erik Panis, beursmanager van InterClassics vertelt: “Na twee jaar van afwezigheid is InterClassics terug en hoe! Dit bezoekersrecord toont aan dat klassieke auto’s nog altijd bij een grott publiek tot de verbeelding spreken. Ook youngtimers en supercars zijn niet meer weg te denken van de beursvloer. Hierdoor is InterClassics hét platform geworden voor ‘collectable cars.’ Deze ontwikkeling zorgt voor een verjonging van onze doelgroep en waarborgt daardoor de continuïteit van ons evenement. De vele ‘Sold’- bordjes duidden op het feit dat onze deelnemers goede zaken hebben gedaan. Dit in combinatie met de vele positieve reacties van onze bezoekers, partners en sponsoren maakt dat het voor iedereen een geslaagde beurs was!”

In vogelvlucht over de beurs.

1. BMW 3200 CS

Deze bloedmooie, ruime coupé, een ontwerp van Giorgetto Giugiaro die toen bij de beroemde Italiaanse carrossier Nucio Bertone werkte, was als opvolger voor de BMW 503 bedoeld. In grote aantallen kon men deze wagen natuurlijk niet verkopen, want daar was de prijs veel te hoog voor. Maar daarvoor garandeerde hij de gelukkige eigenaar exclusiviteit, want er zijn slechts 587 tussen exemplaren tussen 1961 en 1965 verkocht. Onder zijn bevallige motorkap ligt een 3168 cc V8 met 160 pk.

2. Alfa Romeo 2000 GTV Bertone Coupé

Nog zo’n schitterende creatie van de grootmeester Giugiaro toen hij bij Bertone werkte. Het succesmodel werd als opvolger van de Giulietta/Giulia in 1963 voorgesteld en zou bijna 15 jaar zonder grote veranderingen worden geproduceerd. Giugiaro had daarmee een tijdloos mooie en elegante coupé getekend.

De basis vormde de Giulia 1600 TI, maar de coupé had een kortere wielbasis en sterkere motoren. Hij gaat nog steeds als de Bertone coupé door het leven en er werden in al die jaren 16 verschillende uitvoeringen gemaakt. De vier verschillende robuuste motoren hadden allemaal twee bovenliggende nokkenassen. Topmodel was de GTA met dubbele ontsteking en een aluminium carrosserie.

3. Alfa Romeo Alfasud

Toen de Turijnse salon in november 1971 zijn poorten opende, stroomden de bezoekers naar de Alfastand om hét grote nieuws te zien: de Alfa voor de kleine man. Het flitsend model was ook van de hand van Giugiaro en hij werd gebouwd in een nieuwe fabriek in het zuiden van Italië waar veel werkeloosheid was. Het was de eerste Alfa met voorwielaandrijving en een fijne boxermotor voorin. Jammer genoeg gebruikte Alfa voor de Sud (spreek uit soed) buitengewoon slecht staal en men zei toentertijd vaak dat hij al roestte op de folder. Op de beurs stond een puntgave Sud met slechts 30.000 kilometer op de teller!

4. Borgward Isabella Coupé

De eerste Isabella’s Coupé ontstonden in 1956 in de ontwikkelingsafdeling van de fabriek in Bremen. Een daarvan kreeg de echtgenote van Carl F.W. Borgward als kerstcadeau van haar man. De serieproductie begon in 1957 en hoewel Carl Borgward de prijs flink verhoogde, werd de coupé vanaf het begin een doorslaand succes. De elegante coupé werd zelfs in de States een groot succes, hoewel hij duurder was dan een Cadillac DeVille. Tot 1961 ontstonden er 11.000 exemplaren die allemaal met de 75 pk uit de TS waren uitgerust. Tot nu toe is de Isabella Coupé de meest gezochte en populairste Borgward ooit!

5. Glas V8 2600 / BMW V8 3000

Het idee was briljant, maar helaas te laat. Met kleine series exclusieve coupés kon men in de jaren ’60 goed geld verdienen. Dus presenteerde Hans Glas op de IAA in 1965 zijn Gran Turismo met koetswerk getekend door Pietro Frua. Hij had een 2600 cc grote V8 onder zijn mooie motorkap, ontstaan door twee 1300 cc viercilinders aan elkaar te koppelen. Voor een bedrag van nog geen 20.000 Mark was de schitterende coupé absoluut niet duur toen hij in 1966 op de markt kwam.
Hij had een mooi onderstel, maar hij leed onder een iets te korte wielbasis van slechts 2,50 meter.
BMW erfde de failliete Glasfabriek, legde er een 3 liter V8 in en monteerde het blauw-witte BMW-logo, maar in de herfst van 1968 eindigde de carrière van de Gran Turismo.

6. Ferrari 330 GT

In 1974 bracht Ferrari de opvolger van de 250 GT uit met een langere wielbasis met nog steeds met een starre achteras met bladveren. Onder de motorkap ligt een nieuw ontwikkelde V12 motor. Hij zou als ‘Chinese Eyes’ door het leven gaan. Designer Tom Tjaarda tekende hem toe hij in dienst was van Pininfarina. In eerste instantie had hij een vierbak, maar na de zomer van ’65 werden de koplampen gerestyled en kreeg hij een vijfversnellingsbak.
De auto op de beurs is er dus een uit de eerste serie en de prijs is conform de oldtimerboekjes.

7. Sunbeam Alpine

De Alpine was een prima alternatief voor de wat spartaanse Triumph- en MG-modellen. Hij aanschouwde het levenslicht in 1959. Het was een charmante roadster met een alleraardigste carrosserie. De eerste serie had nog échte vleugels die bij de tweede versie werden afgevlakt. Waarom hij het succes van de Triumphs en de MG’s niet kon evenaren, snapt eigenlijk niemand, want de prestaties logen er niet om, zeker met de 1725 cc grote viercilinder
Hij was comfortabel en had gewone zijruiten. De naam dankte hij aan de successen van zijn voorgangers die vele alpenrally’s hadden gewonnen.
Ik heb ooit in 1968 drie Zwitserse passen met zo’n Alpine gereden, geweldig!

8. Ferrari 156 (Sharknose)

Mijn eerste formule 1 wedstrijd in Zandvoort: 1.Wolfgang Graf Berghe von Trips, 2. Phil Hill. Ik vind die F1 Ferrari nog steeds de mooiste! Er gold een nieuw regelement in 1961, slechts 1,5 liter, in het geval van Ferrari een Dino V6. Von Trips zou absoluut wereldkampioen zijn geworden in deze 156, ware het niet, dat hi in september in Monza na een ongeluk met Jim Clark het leven verloor en met hem 12 toeschouwers. Gelukkig wist ik dat gelukkig nog niet tijdens de Nederlandse GP op Zandvoort. Wat hebben we gejuicht toen hij als winnaar over de streep kwam! Een terechte adellijke coureur net als onze eigen Carel Godin de Beaufort die 14^e werd in zijn eigen oranje Porsche F1.

9. Chevrolet Corvette Sting Ray

De eerste Corvette die in 1953 uitkwam zou niet zo’n groot succes worden, vanaf 1956 kraaide de haan victorie en werden de Corvettes een groot succes. In 1963 verscheen een totaal ander model, de Corvette Sting Ray. Hij werd niet alleen als roadster aangeboden, maar ook als coupé. Niet langer was Harley Earl de ontwerper, maar nu was dat Bill Mitchell. Uitsluitend in 1963 kreeg die Corvette van hem een ‘split-window’-achterruit mee, zoals op de foto. Aanvankelijk kreeg die veel kritiek, maar toen die achterruit in één stuk werd aangeboden in 1964, verbouwden veel Amerikanen hem weer in een gedeelde achterruit.

10. Panhard Levassor Dynamic 1936-1939

Art Déco op wielen! Kijk naar de aerodynamisch gevormde, gesloten spatborden die wijd zijn geplaats, zodat de wielen ongehinderd kunnen sturen. Let ook eens op de koplamproosters in dezelfde vorm als de grille, de drie ruitenwissers en de ‘Panoramic Que’-voorruit met de gebogen zijruitjes. Opvallend is ook dat de bestuurder bijna in het midden van de auto zit. Hierdoor kan hij optimaal gebruik maken van de panoramische ruiten.
Het type is geproduceerd tussen 1936 en 1939 en er zijn er slechts 3.000 van vervaardigd. Hij is ooit uitgeroepen tot de lelijkste creatie ooit met een vorm die doet denken aan een dikbuikig monster waar het chroom ervan afdruipt.