De Lenzerheide Motor Classics
De Lenzerheide Motor Classics
De Lenzerheide Motor Classics
Tekst + foto’s: Rob Strating en Max Ungricht
Na twee jaar gedwongen pauze, keerde het oldtimer autosportevent in Lenzerheide (CH) dit jaar weer terug. Ruim 200 bijzondere oude race- en sportwagens, motorfietsen en driewielers verzamelden zich van 10 t/m 12 juni jl. in het rennerskwartier bij de Rothornbahn om deel te nemen aan het racespektakel.
Op zondagmiddag werd het massaal toegestroomde publiek getrakteerd op een vliegshow van de Patrouille Suisse.
Ik had niet alleen een accreditatie om als autojournalist een verslag te maken, maar heb ook dankzij mijn goede Zwitserse vriend Max Ungricht twee maal mogen racen in zijn NSU Spiess TT uit 1969!
Een unieke ervaring die ik graag met u wil delen.
Lenzerheide is een bekende zomer- en wintersportplaats tussen Chur en Tiefencastel in het kanton Graubünden.
Lenzerheide deelt met Arosa niet alleen Luftseilbahn-verbindingen, maar ook autosportevenementen.
Historische raceauto’s, motorfietsen en bijzondere voertuigen
Eigenlijk mag dit evenement geen race genoemd worden, maar meer een spectaculaire raceshow verdeeld over 10 categorieën.
In Zwitserland heeft men namelijk na het ergste raceongeluk ooit in Le Mans in 1955, waarbij een raceauto na een crash in het publiek terecht kwam en 82 toeschouwers doodde, races verboden.
Er worden nog wel bergraces georganiseerd en racefestivals, zoals in Lenzerheide.
Tussen de Rothornbahn en de Heidsee is een 2,5 kilometer lang tijdelijk circuit gerealiseerd met een enorm rennerskwartier waar alle auto’s en motoren in speciale tenten geprepareerd kunnen worden.
Het rennersveld is onderverdeeld in speciale categorieën van klein tot groot, waarbij ook de 42 motorrijders, de Renntaxi’s en allerlei oldtimers van de lokale bevolking.
Het programma
Op vrijdagavond kregen we een briefing door de raceleiding en werden alle coureurs door de plaatselijke pater gezegend. Daarna werden alle voertuigen in het dorp geparkeerd om van dichtbij bekeken te worden. Op zaterdag en zondag werden vanaf 7.30 uur twee maal per dag de races verreden, telkens 10 ronden per categorie.
Max en ik waren in onze klasse: ‘Kampf der Zwerge’ om 7.30 en om 13.25 uur aan de beurt.
NSU 1200 Spiess TT
Tussen 1965 en 1972 werden op basis van de oorspronkelijke NSU Prinz sportieve uitvoeringen geproduceerd, eerst de 1200 TT met 65 pk en vanaf 1967 de 1000 TTS met 70 pk. Ik heb Max leren kennen in 1969, omdat hij toen voor Siemens de telefooncentrale in Goes heeft gerenoveerd. We werden vrienden en dat zijn we nog steeds na 53 jaar!
Hij haalde in die tijd zijn racelicentie in Zandvoort en liet zijn 1000 TTS bij Siegfried Spiess in Stuttgart tunen en ombouwen tot toerwagen. Hij heeft in Zandvoort geracet tussen 1973 en 1976 en ik ben vrijwel alle wedstrijden voor het Nederlands kampioenschap tot 1000 cc in die jaren erbij geweest.
Nu na bijna 50 jaar heeft Max de huidige 1200 TT weer laten prepareren. De auto is nieuw gekocht door Siegfried Spiess die er 5 races mee heeft gereden. De motor is door Spiess opgeboord tot 1300 cc en heeft nu 120 pk. Hij heeft een dubbele ontsteking en twee Weber carburateurs en in ingedeeld als Groep 5 raceauto.
Hit the road
Voor de gelegenheid heb ik via Henk Hazelaar, beheerder van de facebooksite Zandvoort Memories, een oude raceoveral op de kop getikt die bij Tezza Fashion in Goes van de logo’s en mijn naam is voorzien. De helm leende ik van mijn dochter Jet.
De NSU is voorzien van een schitterende kuipstoel en natuurlijk een oersterke rollbar die bij het in-en uitstappen wel een beetje in de weg zit.
Twintig minuten voor de start moet de motorolie opgewarmd worden en dat gebeurt in de tent in het rennerskwartier.
Ik houd de motor op 2500 toeren en dat functioneert prima. Vijf minuten voor de start worden de 23 deelnemers van ‘Feld 1, Kampf der Zwerge’ opgesteld.
Vooraan de snelste toerwagens, de Renaults Alpine, veel Mini’s Cooper, een Matra Jet, een Audi A50 en heel bijzonder, een Innocenti Mini De Tomaso.
We rijden één ronde begeleid door de wedstrijdleiding achter elkaar om het circuit te leren kennen. Dan wordt de wedstrijd vrijgegeven…
Vlak na de start gaat de weg flink omhoog, op het hoogste punt zie je zelfs even de weg niet meer. Dan gaat het fors naar beneden, een stuk waarbij je mag inhalen of ingehaald worden. In het laatste geval wenk je een snellere achterligger dat hij je voorbij kan komen. Ik rijd achter een snelle Mini en leer binnen een paar ronden waar je kunt gasgeven en waar je moet afremmen.
Terugschakelen gaat altijd met ‘double clutch’. Dat kunstje heb ik geleerd voor mijn vrachtwagenrijbewijs: koppeling intrappen, vrijzetten, tegelijkertijd gasgeven, koppeling intrappen en doorschakelen.
Bij de vrachtwagen ging het om ongesynchroniseerde versnellingsbakken, in de racerij gebruik je double clutch om de motor voor een bocht op toeren te houden, zodat je soepel de bocht ingaat zonder tijd- en toerenverlies. Dat gaat overigens heel erg snel.
Bovendien doe ik dat met tip-toe, dus met de binnenkant van mijn rechter voorvoet rem ik en geef ik tegelijk tussengas, een geweldig samenspel voor uitgekiend bochtenwerk!
Ondanks het feit dat de helm het geluid wat dempt, is het binnenin de NSU een hels kabaal.
Dat komt uiteraard omdat er geen bekleding aanwezig is en het staal als een klankkast werkt.
Ik schakel bij 4000 tot 5000 toeren en dat gaat perfect. Vooral het stuk terug naar de finish bestaat uit een paar overzichtelijke en snelle bochten. De NSU ligt perfect dankzij het raceonderstel en de brede racebanden. Op dit stuk haal ik met gemak de 130 km/h en maakt hij daarbij iets meer dan 5000 toeren/min en haal ik de Mini bijna in. Bij de middagrace loopt de olietemperatuur op tot 100 graden, op zondagmorgen om 7.30 uur kom ik niet verder dan 70 graden
NSU’ s waren en zijn nog steeds meester in de bergraces ondanks de motor achterin.
Op een natte weg zijn ze vlug overstuurd, dat wil zeggen dat de achterzijde uitbreekt. Op dit zonnige weekend laat hij zich van zijn beste kant zien en is de wegliggingskarakteristiek absoluut neutraal. Ik heb nu ervaren dat je één wordt met je wedstrijdwagen, wat een zalig gevoel is dat eigenlijk...
Renntaxi’s
Voor 200 Zwitserse Franken kon je een paar rondes meerijden met een zg. Renntaxi, een bloedsnelle Porsche, Lamborghini, Ferrari of Cobra. Ze vertrokken vóór elke categorie en reden slechts drie of vier rondes. Het mag dan wel geen race heten, maar ik weet zeker dat ze net zo snel waren als op een normaal circuit…
Bijzondere deelnemers
- De Delahaye 107 Racer uit 1927 van Riccardo Beccarelli uit Thusis is een raceauto zonder carrosserie die net zoveel geluid produceert als hij eruit ziet. Bij de 6200 cc viercilinder zie je alles bewegen en roken. De eigenaar moet ontzettend hard werken om hem op de weg te houden…
- Talbot Lago T26C 1953. Met deze ultieme formule 1 racer won de grote Louis Chiron in 1949 de Grote Prijs van Frankrijk, eigenlijk een vooroorlogse raceauto.
- Stefan Gartmann was naar Lenzerheide gekomen met zijn Motosacoche, een motorfiets van Zwitserse makelij uit
Tot slot van het fantastische raceweekend werd iedereen getrakteerd op een schitterende presentatie van de Patrouille Suisse, het stuntteam van de Zwitserse luchtmacht.
De zes Northrop straaljagers/bommenwerpers zijn in de Zwitserse kleuren gespoten en gaven een perfecte show met snelheden tussen de 400 en 1000 km/h!